Het nieuwe beleidsbesluit over ANBI’s verschenen. Dit besluit biedt op verschillende punten een welkome verduidelijking, maar op andere onderdelen juist een stevige aanscherping van de regels. Fiscalist Wilbert van Vliet van HVK Stevens selecteerde en becommentarieerde enkele opvallende punten uit het besluit, onder meer over de anti-oppoteis:
- Reserves voor voorziene werkzaamheden moeten nu concreet worden onderbouwd met projecten én bedragen. In de wetsgeschiedenis werd alleen gesproken over 'voorziene werkzaamheden'. Dit lijkt een bewuste aanscherping die tot problemen kan leiden als de Belastingdienst bestemmingsreserves controleert.
- Een ANBI mag niet zelf stamvermogen aanwijzen. De vraag is of dit in de praktijk werkbaar en wettelijk houdbaar is.
- Onder ‘rendement op stamvermogen’ vallen volgens dit beleid ook ongerealiseerde waardestijgingen, tenzij stamvermogen in natura in stand moet worden gehouden. Dit kan tot liquiditeitsproblemen leiden. Het besluit biedt daarnaast duidelijkheid over de mogelijkheid een vast bestedingspercentage op het stamvermogen te hanteren.
- Instellingen die persoonlijke ontwikkeling aanbieden in het kader van “welzijn” mogen dat uitsluitend doen voor een specifieke kwetsbare doelgroep. Hier is in de praktijk nogal eens discussie over.
- Positief: het besluit geeft duidelijke handvatten om te beoordelen of crowdfunding-organisaties de ANBI-status kunnen krijgen. We herkennen deze richtlijnen uit de discussies over de vraag of en wanneer steun aan niet-ANBI’s is toegestaan. We missen nog wel een nadere uitleg over dat laatste, zeker nu de staatssecretaris eerder deze week kort inging op de vraag wanneer een ANBI een niet-ANBI mag steunen (en in welke gevallen dat juist niet mag).
Zie: bit.ly/3ZZWkTO
Van Vliet adviseert ANBI’s – zeker richting het einde van het jaar – te toetsen of zij aan de vermogensregels voldoen. Ook kan het verstandig te zijn de feitelijke gang van zaken bij een ANBI te toetsen aan de opvattingen van de Belastingdienst.
ANBI-status
Een ANBI is een algemeen nut beogende instelling. Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich nagenoeg geheel inzet voor het algemeen belang. Verenigingen (zoals sport-, personeels-, zang-, harmonie- of toneelverenigingen) en hobbyclubs zijn meestal geen ANBI. Deze instellingen kunnen misschien wel als sociaal belang behartigende instellingen (SBBI) worden beschouwd.
Om aangewezen te worden als ANBI moet de instelling voldoen aan alle volgende voorwaarden. Dit is wat er standaard over op de website staat van de Belastingdienst:
- De instelling moet volledig gericht zijn op het algemeen nut. Dit moet onder andere blijken uit de statutaire doelstelling en de voorgenomen activiteiten.
- De instelling moet met nagenoeg geheel van al haar activiteiten het algemeen belang dienen. Dit is de 90%-eis.
- De instelling heeft geen winstoogmerk met het geheel van haar activiteiten die het algemeen belang dienen.
- De instelling en de mensen die rechtstreeks bij de instelling betrokken zijn, voldoen aan de integriteitseisen.
- Geen enkel natuurlijk persoon of rechtspersoon mag over het vermogen van de instelling beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. Bestuurders en beleidsbepalers mogen geen meerderheid hebben in de zeggenschap over het vermogen van de instelling.
- De instelling mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor het werk van de instelling. Daarom moet het eigen vermogen beperkt blijven.
- De beloning voor beleidsbepalers is beperkt tot een onkostenvergoeding of minimale vacatiegelden.
- De instelling heeft een actueel beleidsplan.
- De instelling heeft een redelijke verhouding tussen beheerkosten en bestedingen.
- Geld dat overblijft na opheffing van de instelling wordt besteed aan een ANBI, of aan een buitenlandse instelling die voor minimaal 90% gericht is op het algemeen nut. Voor een culturele ANBI geldt dat het batig liquidatiesaldo besteed moet worden aan een ANBI (of buitenlandse instelling die voor minimaal 90% gericht is op het algemeen nut) met een soortgelijk doel.
- De instelling voldoet aan de administratieve verplichtingen.
- De instelling publiceert specifieke gegevens op een eigen of gemeenschappelijke website.
Donateurs van een ANBI kunnen giftenaftrek krijgen. De staatssecretaris is in het verlengde hiervan positief over schenken van aandelen in bedrijven aan ANBI’s. Hij stelt wel enige kaders, die moeten zorgen dat opbrengsten uit het bedrijf echt voor het goede doel wordt bestemd. Die positieve toon wordt weer deels teniet gedaan door de oproep vanuit het Ministerie om de giftenaftrek op termijn flink in te perken en de periodieke gift af te schaffen. Dat zou eenvoudiger zijn. Toch zouden goede doelen een vaste inkomstensstroom van 700 miljoen euro op jaarbasis kunnen gaan verliezen, zo blijkt uit eerdere cijfers. Zo’n maatregel zou de mogelijkheden om fiscaal neutraal aandelen te schenken ook nog verder beperken. Waakzaamheid vanuit de goede doelen sector blijft geboden.