Beeld: cameraploeg

Democratie in Europa

Dit is een wake-up call — en wegkijken kan echt niet meer

Door: Alinda Vermeer, Elisa Peter, Rogier van der Weerd
11-12-2025
  • (Social) impact
  • Opinie

Toen de financiering van USAID voor onafhankelijke media plotseling verdween, bleek hoe kwetsbaar dit belangrijke fundament van de Europese democratie in werkelijkheid is. Wat volgde, liet zien wat wél kan — en hoezeer investering in onafhankelijke media nodig is. Dit schrijven Alinda Vermeer, Elisa Peter en Rogier van der Weerd. Alinda Vermeer is key note speaker tijdens het Civil Power Congres op 15 december in Amsterdam.

Wanneer journalisten milieuschade blootleggen, krijgen klimaatorganisaties de feiten die ze nodig hebben om beleid bij te sturen. Wanneer verslaggevers de verspreiding van misleidende gezondheidsinformatie volgen, kunnen publieke gezondheidsinstanties ingrijpen voordat het vertrouwen afneemt. En wanneer lokale media volgen hoe Europese middelen worden besteed, wordt corruptie veelal voorkomen. De impact van vrijwel elk fonds hangt uiteindelijk af van dit soort verslaggeving: het dagelijkse, vaak onzichtbare werk dat feiten aan het licht brengt.

Begin dit jaar, toen de Verenigde Staten – voorheen de grootste funder van onafhankelijke journalistiek –steun van de ene op de andere dag introkken, werd pijnlijk duidelijk hoe broos dit fundament van de democratie in Europa eigenlijk is.

In Cyprus ontdekte de redactie van CIReN dat ál hun financiers, vier Europese fondsen, indirect verbonden waren met USAID. Wat op papier leek op een gediversifieerd inkomen, bleek in werkelijkheid herleidbaar tot één enkele bron. Toen die opdroogde, stond de redactie binnen enkele dagen op omvallen.

Elders in Europa herhaalde dit patroon zich. Veel non-profitredacties die corruptie onderzoeken of machtsmisbruik blootleggen, bleken onbewust afhankelijk van Amerikaanse belastingbetalers. De hectiek die volgde draaide om meer dan het doorbetalen van salarissen of voortzetten van onderzoeken. Het legde een ongemakkelijke vraag bloot: hoe kon het dat Europese democratieën zo sterk leunden op buitenlandse overheidssteun om hun onafhankelijke informatievoorziening te waarborgen?

In voorgaande jaren investeerden overheden minder in onafhankelijke media. Online platformen prioriteerden aandacht boven juistheid. De filantropie sprong bij, maar steun aan onafhankelijke media in Europa was gefragmenteerd. Sommige regio’s kregen aandacht, andere verdwenen volledig uit zicht. Wat een redelijk stevig geheel leek, bleek kwetsbaar. Inmiddels wankelt een groot deel van de Europese onderzoeksjournalistiek.

Maanden van improviseren

De maanden daarna vormden een test, niet alleen voor de mediaorganisaties, maar ook voor de Europese filantropie. Niemand had een draaiboek klaarliggen voor een crisis waarin de belangrijkste geldstroom van een hele sector van het ene op het andere moment opdroogde. We hadden enige flexibiliteit, maar hadden niets ingericht op noodhulp op deze schaal.

Uit dat vacuüm ontstond de coordinated emergency response for public interest media in Europe. Het begon klein: telefoontjes, notities, een gezamenlijke spreadsheet. Maar al snel ontstond een helder uitgangspunt: in elk getroffen land moet ten minste één onafhankelijke redactie overeind blijven.

Het toeval wilde dat de bijeenkomst van het Journalism Funders Forum in april 2025 precies in die fase viel. Daar werd het plan voor het eerst breed gedeeld, in een zaal vol fondsen die al met dezelfde vraag worstelden: wat kunnen we nú doen? Die bijeenkomst vormde het keerpunt. Wat begon als een losse reeks gesprekken, werd een gezamenlijke inspanning.

Meerdere fondsen maakten middelen vrij voor driejarige donaties aan zestien redacties. Sommige fondsen financierden rechtstreeks, anderen via Europees democratie fonds Civitates. Binnen het journalistieke OCCRP-netwerk konden getroffen redacties snel worden geïdentificeerd en geholpen om hun verdienmodellen te versterken, zodat ze op termijn minder kwetsbaar zijn.

De steun richtte zich op nationale, onafhankelijke non-profit redacties: de organisaties die het hardst werden geraakt terwijl ze burgers van informatie voorzien én controle uitoefenen op het openbaar bestuur. Deze redacties zijn ook het bindweefsel van grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek. Hun voortbestaan is cruciaal voor de Europese informatievoorziening als geheel.

Na de noodfase

De crisis maakte duidelijk dat samenwerking belangrijker is dan perfectie: een klein aantal fondsen dat snel schakelde, informatie deelde en elkaars oordeel vertrouwde. Het momentum ontstond toen twee fondsen als eersten middelen toezegden. Dat gaf anderen ruimte om aan te sluiten. Zoals een collega zei: 'De risico’s van niets doen waren groter dan de risico’s van een imperfecte aanpak.'

Het resultaat: minstens zestien redacties kunnen de komende drie jaar blijven bestaan en werken aan een stabielere financiële toekomst. Meer dan 300 miljoen Europeanen houden toegang tot onafhankelijk nieuws. Het gat dat velen onoverbrugbaar achtten, bleek samen wél deels te dichten. Een ingestorte journalistieke sector opnieuw opbouwen had veel langer geduurd en vele malen meer gekost.

Maar de ervaring was ook een wake-upcall: als we onafhankelijke informatie willen behouden, is bredere, structurele financiering nodig. Noodhulp biedt wat ademruimte, maar is uiteindelijk onvoldoende. Daarnaast vormt één redactie per land nog geen gezonde, pluriforme mediasector. Het functioneren van onze democratie en het slagen van elke maatschappelijke missie, van klimaat tot gezondheidszorg, hangt af van betrouwbare informatie. Als dat fundament wegvalt, verliest iedere missie zijn verankering in de realiteit.

Helaas zien nog te weinig fondsen journalistiek als integraal onderdeel van hún succes. Terwijl élke strategische agenda steunt op de beschikbaarheid van betrouwbare informatie.

Europa’s blinde vlek

Het werk is niet af. Lang niet alle getroffen redacties kregen steun, en zij die dat wel kregen, zullen ook na 2028 verdere financiering nodig hebben. De Amerikaanse terugtrekking maakte zichtbaar wat Europa jarenlang buiten beeld liet: dat we cruciale informatievoorziening lieten afhangen van niet-Europese middelen. Dat is niet houdbaar en niet verdedigbaar.

Europa heeft een eigen onafhankelijke informatie infrastructuur nodig, gesteund door transparante, politiek onafhankelijke financiering. Financiering van journalistiek, die beschermd en in stand wordt gehouden vanuit dezelfde achterliggende gedachte als andere thema’s, zoals bijvoorbeeld cultuur: het algemeen belang. Daarnaast moet de markt worden bijgestuurd: platforms die winst maken dankzij nieuws moeten bijdragen aan de productie ervan, en AI-bedrijven die gebruik maken van journalistiek werk moeten makers compenseren.

De volgende schok komt onvermijdelijk. Als het zover is, mogen we niet opnieuw afhankelijk zijn van improvisatie en goede wil. We moeten meer flexibiliteit inbouwen in onze budgetten, programmateams mandaat geven om snel te handelen, en accepteren dat imperfectie soms de prijs is van daadkrachtig reageren. Maar bovenal: fondsen die werken op thema’s zoals klimaat, gezondheid, onderwijs of migratie steunen allemaal op dezelfde informatiebasis. Het beschermen daarvan is geen bijzaak, maar een gedeelde verantwoordelijkheid.

Alinda Vermeer is directeur van de Limelight Foundation. Elisa Peter is directeur van Civitates. Rogier van der Weerd is managing director van de Adessium Foundation.

Red de democratie en kom naar het Civil Power Congres:

https://www.wereldvanfilantropie.nl/evenement/civil-power-2025

Share

Gerelateerde artikelen