
'Het leven is ingewikkeld, hier voel ik mij veilig en rustig'
- (Social) impact
- Verslag
Harry (73) laat mij zijn tijdelijke kamer in het Respijthuis zien. Hij is een man van de straat. Sinds 1986 is hij dakloos. In dat jaar verloor hij door een scheiding zijn vrouw, huis en baan en ging aan de drank. Whisky. Inmiddels is hij daarvan af. Over enkele dagen moet Harry voor een scan van zijn nieren naar het ziekenhuis.
Hij is een van de vijf gasten in het door Marie-Anne van Erp opgezette Respijthuis HouseMartin, die zich voorbereidt op of herstelt van een ziekenhuisopname. De naam HouseMartin is Engels voor huiszwaluw. Een trekvogel gaand van plek naar plek. De gasten van het Respijthuis zijn net zo. Harry is een echte trekker. Hij verblijft al voor de vierde of vijfde keer in het Respijthuis. Precies weet hij het niet meer. Twee keer had hij kanker.
Tijdens zijn eerste bezoeken ging hij nog weleens buiten op een bankje slapen, ‘zijn lichaam vraagt daarom’, vertelt Kaouter Akhlal. Samen met Lerina Kwamba is zij de pilaar waar het huis op steunt. Kaouter en Lerina coördineren de vrijwilligers in het huis. In totaal zijn het er zeventig, van wie vijftig in het huis actief zijn. De overige twintig nemen andere taken op zich.
Cirkeldiagrammen
Een van die twintig is naast vormgever van de website verantwoordelijk voor de cirkeldiagrammen die in de keuken hangen. Ze laten onder andere zien hoeveel verschillende talen de vrijwilligers bij elkaar spreken. 28! Marie-Anne vindt het belangrijk dat iedereen in zijn eigen taal kan aangeven wat zijn behoefte en (medische) problemen zijn. Toen er een Roemeen was, plaatste ze een oproep op Linkedin. ‘Binnen een half uur had ik zes nieuwe vrijwilligers!’
Familie of vrienden mogen ook langskomen om naast de vrijwilligers een helpende hand te bieden. Bij Harry komt regelmatig zijn ‘schaakcollega’ langs. Jarenlang leefden de twee vrienden samen op straat. Lange afstanden kan Harry niet meer lopen. Noodgedwongen legt hij zijn vaste route af in een rolstoel. ‘Ik ben nog steeds van de straat.’ Harry’s vriend duwt hem.
Straatpastoraat
zag veel mensen, zoals Harry, in de veertien jaar dat zij zich inzet als vrijwilliger bij de Soepbus en Straatpastoraat in de Haagse Schilderswijk. ‘Elke keer kwam ik dezelfde mensen tegen. ‘En dan denk je van, joh, wat moet er gebeuren als jij ziek wordt? Waar ga jij naartoe?’
Het plan voor het Respijthuis had zij snel gemaakt en ook de fondsen lieten niet lang op zich wachten.* De Haëlla Stichting was in 2019 de eerste en opende vele deuren. ‘Het vertrouwen dat Elise Kant ons gaf, was doorslaggevend.’ Toch zou het tot november 2022 duren voor RespijtHuis HouseMartin de deuren opende. Het vinden van een locatie was heel lastig. Op het moment dat de Protestantse Haagse Diakonie een pand aanbood, kwam alles in een versnelling. Zij leverden een enorme bijdrage door het pand helemaal opgeknapt op te leveren. De bedden hebben wij gekregen van het Jacobshospice en de meeste meubels zijn tweedehands. ‘Doelbewust, er wordt al zo veel weggegooid.’
Huiselijke sfeer
De verschillende meubels zorgen er daarnaast voor dat het huiselijker oogt en je niet het gevoel hebt dat je in een instelling bent beland. De vrijwilligers maken ook de huiselijke sfeer. Ze doen een spelletje, koken en eten samen met de gasten. Andere zorgen weer voor de boodschappen, maken de WC’s schoon of stofzuigen. Wat de pot schaft, hangt af van de vrijwilliger. Sommige nemen van huis een pan soep mee. Harry vindt het allemaal lekker.
Medicatie mogen de vrijwilligers niet geven en wordt gedaan door de straatverpleegkundige van de Haagse Wijk- en Woonzorg. Zij doen ook de selectie van de gasten die in het Respijthuis verblijven. Daklozen met een verslaving aan drank, drugs of zware psychiatrische problemen komen niet in aanmerking. HouseMartin is daar simpelweg niet op toegerust. Inmiddels hebben zo’n 125 mensen gebruik gemaakt van de veilige en rustige omgeving, die het Respijthuis biedt. Zieken die zich anders op straat hadden moeten voorbereiden en herstellen van hun ziekenhuisopname.
Een van de zwaarste dingen aan leven op straat, vertelt Harry, is dat je voortdurend alles moet meeslepen. ‘Zelfs op de warmste dag zie je ons rondlopen met twee broeken, een dikke trui en een warme jas. Je kan het nergens achterlaten, want je hebt het nodig voor de nacht. Maar je went eraan. Het zit er ingebakken.’
* Respijthuis HouseMartin werd sinds de opening gesteund door; Stichting Dioraphte, het Kansfonds, RCOAK, PIN, Fonds1818, Oranje fonds, Stichting Dominium Adullam, RKWO, ZonMW, Stichting Rotterdam, Vincentius Vereniging Den Haag en diverse anonieme fondsen en particulieren. Voor langdurige zekerheid hopen ze structurele financiering te vinden, waardoor ze de komende vijftien jaar kunnen blijven bestaan.
