
Kruisbestuiving Achmea Foundation en scale-up SEVI
Slimme lening en ingenieuze app geven Afrikaanse winkeliers perspectief
- Buitenland
- Profiel
Achmea Foundation zet onder meer in op betere toegang tot financiële diensten voor kleine ondernemers in Sub Sahara Afrika. Instrumenteel daarbij is een succesvolle scale-up die deels gefinancierd werd door Achmea Foundation en een ingenieuze app ontwikkelde. We spreken de hoofdrolspelers van dit project: Agnes van Daal en Walter aan de Wiel.
Eerst dit. De scale-up SEVI bekommert zich om kleine ondernemers die moeilijk toegang hebben tot financiële diensten. Een impactvol initiatief en precies daarom verschafte Achmea Foundation SEVI in 2020 een substantiële lening om te groeien. De foundation wil ‘de wereld wat eerlijker maken’. Maar de goede bedoelingen ten spijt leidde deze financiering aanvankelijk wel tot sterke groei, maar ook tot een niet gewenst neveneffect.
In de ontwikkeling van start-up naar scale-up had SEVI ook andere funders nodig en die vonden het geen goed plan dat hun bijdrage gebruikt werd om een lening af te lossen. Achmea Foundation zocht vervolgens een oplossing en kwam uiteindelijk uit bij de financieringsvorm revenu based loan. Dat is nog steeds een lening, maar een waarbij de terugbetaling afhankelijk is van de inkomsten (lees: de behaalde omzet).
Zo kon SEVI meer financiers aan zich binden en invulling te geven aan de missie: kleine ondernemers in Sub Sahara Afrika toegang bieden tot financiering en hun levensonderhoud te verbeteren. Een mooi initiatief in een tijd dat internationale samenwerking wereldwijd onder grote druk staat. In Nederlands kwam voormalig PVV-minister Klever eerder dit jaar met disproportionele bezuinigingen op ‘ontwikkelingshulp’ (sic).
Inmiddels is het kabinet Schoof gevallen en lijkt de soep niet zo heet te worden gegeten. Het beleidskader 2026-2030 van demissionair minister Veldkamp (NCS) van Buitenlandse Zaken – vanaf 19 juni tevens belast met ontwikkelingshulp –bevat namelijk ook enkele positieve elementen van moties uit de Tweede Kamer, onder meer over internationale lobby en lokaal eigenaarschap en de rol van Nederlandse organisaties. Zorgen blijven.
Tegen deze achtergrond spreken we Agnes van Daal, directeur van de Achmea Foundation en Walter aan de Wiel, oprichter van SEVI. Ze vertellen ons enthousiast over het programma Impact Fund van Achmea Foundation, revenu based loan, de ontwikkeling van SEVI van start-up naar scale-up en de app waarmee het MKB in Sub Sahara Afrika een flinke impuls krijgt. We weten het: een land welvarender maken gaat het snelst door een middenstand te creëren.
Hoe werkt het Impact Fund?
Agnes van Daal: ‘Met het programma Impact Fund investeren we in innovatieve ondernemingen en projecten die de gezondheid en het inkomen van kwetsbare mensen verbeteren. Met een donatie, een lening of met kennis en kunde van moederbedrijf Achmea, bekend van merken als Centraal Beheer, Interpolis en Zilveren Kruis. Als bedrijfsfonds staan we dicht bij ons moederbedrijf.’
‘De Achmea Foundation is een betrokken corporate foundation met drie vaste medewerkers, een flexibele schil en een jaarbudget van gemiddeld € 3 mln. We richten ons op nichemarkten met een hoog risicoprofiel. Vorig jaar hadden we in Sub Sahara Afrika 25 projecten lopen, dit jaar komen er vijf bij.’
En ‘revenu based loan’?
Van Daal: ‘Het idee van revenu based loan is afkomstig van Jan Willem Kuenen, bestuurder van Achmea Foundation. Wij hebben dit concept verder uitgewerkt. Dit resulteerde als gezegd in een vorm van financiering waarbij een bedrijf een lening krijgt, waarbij de terugbetaling gekoppeld is aan de behaalde omzet. SEVI betaalt ons in plaats van rente dus een percentage van de omzet. Deze vorm van financiering kan interessant zijn voor de filantropie, zeker in deze tijd.’
SEVI paste in het beleid?
Van Daal: ‘Achmea Foundation ondersteunt vooral innovatieve projecten waarbij de beoogde innovatie zich nog niet heeft bewezen waardoor het voor de initiatiefnemer lastig is om aan passende financiering te komen. We vinden het belangrijk dat het gaat om initiatieven die potentie hebben om op te schalen. Daarnaast moet er zicht zijn op een duurzame financiële onafhankelijkheid. Dat zijn voor ons belangrijke uitgangspunten.’

Wat beoogt SEVI?
Walter aan de Wiel: ‘SEVI is een voorraadfinancieringsplatform dat kleine winkels in Kenia in staat stelt om voorraad op krediet te kopen bij de leverancier. Het hogere doel van SEVI is om een betere toegang tot financiële diensten aan te bieden aan kleine ondernemers die moeilijk toegang hebben tot leningen. Hierdoor kunnen zij – het betreft vaak kleine winkeliers – hun onderneming laten groeien. Inmiddels verstrek SEVI voor meer dan €1 mln per maand aan kredieten aan meer dan 4.000 winkeliers door heel Kenia.’
Hoe werkt de app?
Aan de Wiel: ‘SEVI bouwde een app en ontwikkelde daarvoor een volledig geautomatiseerd ‘Ken uw klant’- en verificatieproces. Inclusief een op AI en machine learning gebaseerde kredietscore. De distributeurs uploaden de orders op het SEVI-systeem. Vervolgens krijgt de winkelier in de app een kredietvoorstel op basis van de order. Bij akkoord betaalt SEVI het orderbedrag direct aan de distributeur. Deze levert de goederen af bij de winkel. De winkelier krijgt de tijd om SEVI op basis van zijn/haar omzet terug te betalen.’

Van start-up naar scale-up?
Aan de Wiel: ‘Inderdaad, en dat bij een moeilijke investeringsmarkt. Sinds de topjaren 2021 en 2022 is er wereldwijd macro-economisch veel veranderd en maken ook impact investeerders in Afrika pas op de plaats, zeker waar het gaat om fintechbedrijven als SEVI. Gelukkig vonden we Achmea Foundation aan onze zijde.'
'We waarderen hun betrokken en oplossingsgerichte houding. Ze dachten goed mee met onze financieringsstructuur.Inmiddels worden we gesteund door vijf funders en een pool kleine investeerders. Met zes medewerkers in Nederland en negentig in Kenia verwachten we rond de jaarwisseling 2025/2026 break-even te draaien bij een omzet van €500.000.'
Welke slotwoorden moeten nadreunen?
Van Daal: ‘Het aanbieden van (sociale) leningen bevordert het ondernemerschap bij betrokken partijen zoals SEVI. Samenwerking tussen financier en ondernemer is belangrijk. Door een open en oplossingsgerichte houding konden we samen tot een innovatieve oplossing komen. Daarnaast kunnen we als Achmea Foundation, als het geld van de lening is terugbetaald, dit geld weer inzetten voor de financiering van andere innovatieve projecten.’
En verder?
Van Daal: ‘We zien in de huidige geopolitieke verhoudingen dat er vanuit overheden steeds minder middelen vrijkomen voor ontwikkelingssamenwerking. Als corporate foundations moeten we op zoek naar slimme oplossingen. Revenu based loan kan een oplossing zijn. De kennis die we op dit vlak opbouwen met SEVI willen we graag delen met anderen. Los daarvan zijn we met de Rabo Foundation betrokken bij een landbouwproject in Tanzania en met de Philips Foundation bij projecten in de gezondheidszorg in Malawi en Rwanda. Duurzaam samen leven is een belangrijke drijfveer voor Achmea Foundation.’
MEER PROJECTEN VAN ACHMEA FOUNDATION:
‘Nursepreneurs’
Stichting Rhiza versterkt de toegang tot betaalbare en kwalitatieve gezondheidszorg in Afrika met het innovatieve Mpathy-model. In dit model worden verpleegkundigen opgeleid tot zelfstandige ondernemers, zogenaamde nursepreneurs, die hun eigen kliniek runnen. Deze aanpak biedt een duurzaam alternatief voor overbelaste overheidsklinieken en onbetaalbare private zorg, en richt zich op de ‘missing middle’: mensen die te veel verdienen voor gratis zorg, maar te weinig voor dure privéklinieken.
Na succesvolle invoering in Zuid-Afrika en een eerste uitbreiding naar Rwanda, wil Rhiza het model nu optimaliseren en introduceren in Kenia, Burundi en Rwanda. Met steun van de Achmea Foundation wil Rhiza het businessmodel verbeteren, lokale teams opbouwen en de klinieken binnen achttien maanden financieel zelfredzaam maken.
Chilipepers
In Zuid-Mali, in de regio’s Sikasso en Bougouni, werken EUCORD, een coöperatie voor plattelandsontwikkeling, en Achmea Foundation samen aan een project dat letterlijk en figuurlijk pit heeft. Het draait allemaal om chilipepers; een gewas met veel potentie, maar ook uitdagingen. Veel boeren zijn afhankelijk van regenval, waardoor ze alleen in het natte seizoen kunnen telen. Dat maakt hun inkomen onzeker en beperkt hun mogelijkheden. Dit project brengt daar verandering in.
Met zonne-irrigatie kunnen boeren ook tijdens het droge seizoen blijven produceren. Dat betekent: meer oogst, meer inkomen en meer stabiliteit. De chilipepers worden lokaal verwerkt en verkocht aan verwerkers en groothandelaars, waardoor boeren toegang krijgen tot betrouwbare markten. Extra aandacht gaat uit naar vrouwen en hun coöperaties, zodat ook zij volop kunnen meedoen en profiteren.
Het project bouwt voort op eerdere succesvolle samenwerking tussen EUCORD en de Achmea Foundation in Mali. Door de inzet van zonnepompen en eenvoudige drooginstallaties kunnen boeren het hele jaar door produceren én hun producten lokaal verwerken. Dat zorgt niet alleen voor meer voedsel op de markt, maar ook voor meer werkgelegenheid en een landbouw die beter bestand is tegen klimaatverandering.