Foto Bernt Schneiders
Bernt Schneiders

Naar een sociale, inclusieve en creatieve samenleving

Bernt Schneiders neemt na negen jaar afscheid van het VSBfonds

Door: Bert Koopman
11-12-2025
  • Vermogensfondsen
  • Interview

Er staat een VSBfonds nieuwe stijl. Dat is de erfenis van scheidend directeur Bernt Schneiders (1959) – in nauwe samenwerking met zijn medewerkers. Van pensioengedrag is nog weinig te merken. Als een voormalig burgemeester van Haarlem is hij inmiddels gestart als waarnemer in Noordwijk. Een gesprek.

Hij is een tikje recalcitrant, een beetje tegendraads. Maar wie hem beter leert kennen, treft een bevlogen fondsbestuurder met het hart op de goede plaats. Jurist Bernt Schneiders is inmiddels waarnemend burgemeester en wordt bij VSBfonds in 2026 opgevolgd door Arian Buurman van SOS Kinderdorpen Nederland. Het afscheidsinterview vindt plaats in Haarlem, de provinciehoofdstad die Schneiders tien jaar achtereen bestuurde.

Bijna iedereen kent VSBfonds, onlangs verhuist van de Maliebaan naar de Mariaplaats in Utrecht. Het fonds heeft een sociale, inclusieve en creatieve samenleving voor ogen. Een samenleving waarin mensen met verschillende achtergronden, ideeën en culturen elkaar ontmoeten, elkaar inspireren en met elkaar verbonden zijn. Maar dat is niet zonder slag of stoot tot stand gekomen, zo leert het gesprek met Schneiders.

Het VSBfonds ondersteunt tegenwoordig sociaal-maatschappelijke initiatieven en voorstellenop het gebied van kunst en cultuur. Daarnaast stelt het fonds internationale studiebeurzen beschikbaar voor maatschappelijk betrokken studenten. Met dat laatste is €1,5 mln op jaarbasis gemoeid. Een paar jaar terug is het fonds begonnen met MBO-beurzen. Voor deze doelgroep zijn buitenlandse studiereizen vaak ‘life changing events’.

Uw opdracht als fondsdirecteur luidde: beter aangesloten zijn op de samenleving. Wat is daarvan terechtgekomen?

‘De Belgisch-Nederlandse bank en verzekeraar Fortis – ontstaan in 1990 – ging ten onder tijdens financiële crisis van 2008. VSB Bank was aandeelhouder en voor VSBfonds betekende deze deconfiture dat het fondsvermogen werd gehalveerd. Mijn voorganger heeft de organisatie zo goed mogelijk door deze moeilijke periode geloodst. Toen ik aantrad was VSBfonds nogal intern gericht. Het contact met de buitenwereld kon beter.’

‘Samen met de medewerkers hebben we gekeken naar onze visie, missie en werkmethoden. Aanvankelijk waren we vooral een fonds voor kunst en cultuur, met de nadruk op een hoofdletter C. We gingen letten op de werking ervan. Kunst en cultuur meer als middel om sociale cohesie vorm te geven. Van ons jaarbudget, circa € 30 mln, gaat nu grofweg de helft naar sociaal-maatschappelijke initiatieven en de helft naar kunst en cultuur.’

Waar bent u trots op?

‘We hebben de maatschappelijke relevantie van het fonds vooropgezet, gerelateerd aan de missie inzake sociale cohesie en sociale mobiliteit, in het bijzonder het bevorderen van kansengelijkheid. Daarbij hebben we ook gekeken naar waar we actief willen zijn. We zijn in regio’s gaan werken met laagdrempelige spreekuren ter plaatse. Zo konden we de haarvaten van de samenleving bedienen, ook in de regio’s met bijvoorbeeld amateurkunst.’

‘Daarnaast zijn we begonnen met ambitieuze programma’s. Daarmee zijn grotere bedragen gemoeid. We werken voornamelijk op uitnodiging. Onze zeven programmamanagers hebben een bepaald doel voor ogen. Als een initiatief strookt met hun visie, nodigen we partijen uit om aanvragen te doen voor projecten waar wij wat in zien. En ter afronding van mijn bijdrage: We zijn verhuist naar een mooi licht kantoor op de Mariaplaats Utrecht Centrum.’

Noem eens een interessant programma?

‘Ik denk aan het landelijk Huis van Actief Burgerschap – kloppend hart van actief burgerschap in Nederland, in samenwerking met de bibliotheek Neude in Utrecht. Het is dé plek van en voor Utrechters die naar elkaar omkijken en die zich samen inzetten voor hun buurt, wijk of stad. Actieve burgers die zelf het initiatief nemen om hun gemeenschap mooier, socialer of groener te maken. Dit concept slaat aan bij andere steden. Inmiddels heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken besloten dergelijke initiatieven te financieel te steunen.’

En verder?

‘In het programma ‘‘Samen’’ zijn gemeenten, bewonersinitiatieven en fondsen beter gaan samenwerken. Dat geldt ook voor de coalitie ‘‘We Doen Het Samen’’, die lokale gemeenschappen versterkt en voor structurele financiering lobbyt. Onder meer het Oranje Fonds is daarbij betrokken. Lokale initiatieven bewijzen dat het anders en beter kan. Ze laten zien dat je sociale samenhang, kansengelijkheid en een inclusieve samenleving kunt bevorderen. Sterker: je kunt de aanzet zijn tot systeemverandering.’

Jullie doen ook aan impactmeting. Hoe zit dat?

‘Inderdaad, we zijn het eerste fonds dat daar op in heeft gezet. Voor onze regio’s en programma’s hebben we een zogeheten theory of change. Daar hebben we een voormalig acccountant voor ingeschakeld. Zijn doet ook de evaluaties, nu in een rol als impactmanager. Het aardige is dat je op die manier kunst zien welke projecten werken en welke niet. We willen ons geld verantwoord weggeven, met maatschappelijk effect. Daar komt veel bij kijken, het is nu aardig ingeregeld.’

Wat is de uitdaging voor VSBfonds in de komende jaren?

‘Het beter neerzetten en verankeren van het programmamanagement. Daar is nog een wereld te winnen. Dat heeft tijd nodig. Het zit ‘m niet zozeer op missieniveau, maar vooral op het versterken en effectief maken van onze organisatie.’

Hoe ziet u de belangenbehartiging van vermogensfondsen door de FIN?

‘Vooropgesteld: ik vind het goed dat we de Vereniging van Fondsen in Nederland, kortweg FIN hebben. Voorzitter Ronald van der Giessen heeft daar goed werk verricht en doet dat nog steeds. Een veel gehoord geluid bij de grotere fondsen is: wat hebben we aan de FIN? Daar kan ik me iets bij voorstellen. Toch is het belangrijk dat we als fondsen gezamenlijk zoiets als de FIN hebben. De grote fondsen maken dit met hun contributies in feite mogelijk.’

‘De FIN verschaft ons toetsing en een keurmerk. Dat is belangrijk om te zorgen dat mensen zien dat de fondsenwereld deugt. Het beeld van schimmige kleine fondsen waar allerlei deftige mensen aan gelieerd zijn, is een niet meer ter zake. Boven op een zak geld zitten, zo weinig mogelijk uitgeven en veel dineren. ‘‘Burgemeesteren’’ in de zin van een royaal leven leiden, dat beeld klopt niet meer.’

Werk aan de winkel?

‘Hier en daar is er nog wel wat werk te verzetten voor de FIN. Met name wat betreft het imago van de fondsenwereld. Om dat te bewaken en te verbeteren. Uiteindelijk blijven de kritische grote fondsen wel binnenboord. Ze zien het collectieve belang. Zelf ben ik in Haarlem voorzitter van de stichting het Weeshuis der Doopsgezinden. Dat is een professioneel fonds waar men zich bewust is van de maatschappelijke verantwoordelijkheid.’

‘Ik heb het altijd gewaardeerd dat FIN-voorzitter Van der Giessen met enige regelmaat bij mij een kopje koffie kwam drinken. Hij is in staat gebleken om de boel bij elkaar te houden. Het is belangrijk om een beroep te doen op solidariteit. Een duidelijk maken dat de FIN voor de hele sector belangrijk is. Ook en vooral voor de kleinere fondsen. Het zou goed zijn als ook de nieuwe directeur, Menno Tummers, goed contact weet te leggen en te houden met de grote fondsen.’

Wordt de filantropie serieus genomen in Den Haag en Brussel?

‘Dat kan beter en dat is jammer. Maar dat geldt ook voor het openbaar bestuur. Ik ben oud-voorzitter van het Genootschap van Burgemeesters. Soms moet je er zelf op uittrekken om onder de aandacht te brengen dat je middelen en mogelijkheden hebt. Fondsen zijn tamelijk onbekend. Men is nogal op zichzelf gefocust. De filantropie is een wonderlijke wereld. Ik heb anderhalf jaar nodig gehad om deze sector in de vingers te krijgen.’

Dan: ‘Een vermogensfonds met vrij geld kan zich in vrijheid binnen kaders veel permitteren. Dan is het kiezen niet altijd makkelijk. Als je bij een bedrijf werkt gaat het uiteindelijk om het resultaat onder de streep. Als je bij de overheid werkt, moet je je aan wetten en regels houden. Hier mag je het helemaal zelf verzinnen. Hoe bijzonder is dat.’

Eens burgemeester blijft burgemeester

Burgemeesterszoon Bernt Schneider was 22 jaar van zijn leven zelf burgemeester. Achtereenvolgens in Landsmeer, Heemskerk, Haarlem, Bloemendaal (waarnemend) en nu als waarnemer in Noordwijk. In het openbaar bestuur raakte hij ervan overtuigd dat de civil society opnieuw moet worden uitgevonden: ‘Overheden zijn bureaucratieën en missen flexibiliteit. Daardoor is het lastig om burgerinitiatieven gefinancierd te krijgen. Vermogensfondsen doen dat beter.’

Na zijn rechtenstudie in Utrecht oriënteerde hij zich in de advocatuur, het bedrijfsleven en het openbaar bestuur. Hij kwam er snel achter dat het openbaar bestuur het meest boeiend was. Wat hem aantrok was de veelzijdigheid en de dienstbaarheid aan de samenleving. Nu dus nog een jaartje Noordwijk – politiek-bestuurlijk geen rustige gemeente. ‘Ik wil daar graag rust en stabiliteit brengen. Dat zal helpen. Ik vind dat leuk om te doen.’

Onafhankelijk

Als burgemeester moet je volgens Schneiders een zekere onafhankelijkheid hebben en een eigen koers durven varen. ‘Je maakt van alles mee. Soms moeten zaken tegen de stroom in geregeld worden. Dan ontwikkel je een bepaalde stijl die effectief is.’ Zijn geheim? ‘Niet je oren overal naar laten hangen. Steeds voorbereid zijn, goed weten waar het over gaat. De pro’s en contra’s tegen elkaar afwegen. Op basis van een goede analyse je eigen weg bepalen. Dan werken aan een stevig draagvlak. Integer zijn en ook standvastig.’

Schneiders heeft veel persoonlijk leed gezien. Toen hij net burgemeester in Haarlem was, kreeg hij te maken met een aangrijpend familiedrama. ‘De politie brengt de slechte boodschap. Als burgemeester ben je daar ook volop mee bezig.’ Ook waren er verdrinkingsgevallen. Moeilijke klussen zaten vaak in de handhaving. Hij heeft veel ‘gedoe’ gehad met de Hells Angels. Ze staken zijn auto in brand en hebben hem lange tijd bedreigd.

Reputatie

Bloemendaal, waar hij twee jaar waarnemer was, bleek evenmin gemakkelijk. Rust en stabiliteit brengen was geen sinecure want er werd daar feitelijk niet meer bestuurd. ‘Er werd constant geprobeerd om je stoelpoten weg te zagen, je positie als burgemeester te ondermijnen. Door integriteitmeldingen tegen jou te doen, door aangifte tegen je te doen. Het is vervelend als mensen willens en wetens proberen je reputatie te schaden omdat jij hun agenda verstoort.’

Dan: ‘Het openbaar bestuur had voorheen meer gezag. Mensen wilden zich laten besturen. Dat is tegenwoordig anders. Een burgemeester moet zijn/haar gezag tegenwoordig elke dag zien te verdienen. Dat vergt veel uitleggen en draagvlak creëren. Uiteindelijk moet er een besluit genomen worden. Dan is fijn zijn als mensen zich daar bij neer willen leggen.’

Algemeen belang

De versnippering in de politiek is volgens Schneiders een serieuze zaak. ‘Vroeger had je in de gemeenteraad zeg zes partijen en een zekere continuïteit. Nu kun je soms helemaal opnieuw beginnen met mensen die geen ervaring hebben.’ Soms komen partijen voort uit single-issues. Het algemeen belang is dan secundair. One-issue partijen krijgen ook nog eens veel aandacht. Het vergt stuurmanskunst. ‘Toch blijft het mooi om op lokaal niveau koers te houden.’

Nog niet met pensioen dus? ‘Ik vind het te leuk om nog actief te zijn. Schneiders doet er nog veel bij. Hij is onder meer voorzitter van Raden van Toezicht van de VPRO en het Spaarne Gasthuis, commissaris bij Woonzorg Nederland en als vrijwilliger voorzitter bij de Voedselbank in Haarlem. Al met al heeft hij nog aardig wat ballen in de lucht.

Basgitaar

Samen met zijn echtgenote Sacha Spoor – GroenLinks raadslid in Haarlem en advocaat-generaal bij het Gerechtshof in Amsterdam – geniet hij op vrije momenten van zijn platbodem in Friesland. En de rockband van het VSBfonds? Dat ensemble kan nog altijd een beroep op hem doen als basgitarist want sinds zijn middelbareschooltijd is hij een rocker gebleven.

Maatschappij Tot Nut van ’t Algemeen’

De Maatschappij – kortweg ’t Nut – is een landelijke vereniging met plaatselijke ‘departementen’, opgericht in 1784. Doelstelling: het welzijn van individu en gemeenschap bevorderen. De vereniging streeft naar individuele en maatschappelijke ontplooiing met een hoog cultureel gehalte. De Maatschappij hield en houdt zich bezig met onder meer onderwijs, ontwikkeling en maatschappelijke discussie. ’t Nut kende vanaf 1817 de Nutsspaarbanken, banken zonder winstoogmerk. Hier liggen de wortels van VSBfonds.

De Maatschappij is nog immer actief. In Nederland zijn er circa 85 Nutsdepartementen: zelfstandige verenigingen onder leiding van een landelijk maatschappijbestuur dat het gedachtegoed van de Maatschappij bewaakt. Sinds 2016 is de Maatschappij terug bij VSBfonds. Aanvragen voor het NUTfonds lopen namelijk via VSBfonds. Bijdragen uit het Nutfonds zijn bedoeld voor projecten op het vlak van Mens & Maatschappij en Kunst & Cultuur.

In de jaren tachtig verenigden banken met een maatschappelijke doelstelling zich tot de Verenigde Spaarbank, later VSB Bank. Overtollige inkomsten vloeiden terug naar de samenleving. De VSB Bank was in handen van de Stichting VSB. Na fusies ontstond het Fortis concern met als grootaandeelhouder Stichting VSB. Fortis ging annus horibilis 2008 ten onder als gevolg van de financiële crisis, verergerd door de overname van delen van ABN Amro.

In 2007 is de Stichting VSBfonds gesplitst in het VSB Vermogensfonds (beheerder van het vermogen) en het VSBfonds, dat maatschappelijke projecten steunt. De Raad van Toezicht van VSBfonds en het bestuur van VSB vermogensfonds vormen een personele unie. Voorzitter van de Raad van Toezicht is Jetta Klijnsma (PvdA), tot voor kort Commissaris van de Koning in Drenthe.

Share

Over de auteurs

Bert Koopman is hoofdredacteur van het journalistieke platform Wereld van Filantropie (online, print, events)

Gerelateerde artikelen