Foto Ann Gummels
Ann Gummels

Samenwerken betekent samen sterker

Op dit punt is nog een wereld te winnen voor filantropische fondsen

Door: Ann Gummels
25-05-2025
  • Vermogensfondsen
  • Opinie

Hoe werken fondsen samen? Welke vormen van samenwerken bestaan er en wat maakt filantropische fondsen sterker? Het rapport Samen Sterker ontrafelt motieven, modellen en praktijkvoorbeelden van samenwerking tussen vermogensfondsen.

Samenwerking tussen financiers, denk aan vermogensfondsen of particuliere grootgevers, kan een krachtig instrument zijn om maatschappelijke impact te vergroten. Door kennis, netwerken, invloed en middelen te bundelen, kunnen fondsen complexe uitdagingen effectiever aanpakken dan wanneer ze individueel opereren. Het succes van deze samenwerkingsverbanden hangt af van factoren zoals heldere doelstellingen, passende structuren, vertrouwen tussen partners en effectief leiderschap.

Strategische verschillen, de complexe dagelijkse praktijk, het opbouwen van vertrouwen en het behouden van autonomie worden als belangrijke obstakels genoemd. Om deze uitdagingen te overwinnen en de voordelen van samenwerken ten volle te benutten, is het essentieel dat fondsen investeren in het ontwikkelen van gedeelde visies, flexibel en adaptief blijven, voldoende middelen beschikbaar stellen en regelmatig reflecteren op hun gezamenlijke inspanningen.

Casus

Hoe dit in de praktijk kan uitpakken, illustreert de casus van Conservation Connect, een platform opgericht en onderhouden door vijftien fondsen die zich richten op natuurbehoud.Hun uitgangspunt en doelstelling is om een grotere collectieve impact te realiseren door informatie te delen over, met name kleinere lokaal opererende, uitvoerende stichtingen die op deze manier beter toegang krijgen tot financiering. Het platform wordt geleid door het Prins Bernhard Natuurfonds, dat samen met MBZ Species Conservation Fund het intiatief tot dit samenwerkingsverband heeft genomen.

Samenwerken kent verschillende vormen, variërend van informatie-uitwisseling tot het oprichten van nieuwe entiteiten, elk met hun eigen voor- en nadelen. De mate van samenwerking tussen fondsen kan worden gepositioneerd op een spectrum dat loopt van losse naar innige samenwerking, van overleg via coördinatie naar partnerschap. Dit spectrum wordt gevormd door drie variabelen: intensiteit, structuur en formalisering. De meest passende plaats voor een samenwerkingsverband wordt bepaald door doelstelling, context, capaciteit en cultuur.

Literatuur

Daar waar we in overgrote mate de bevindingen uit de literatuur bevestigd zien in interviews en enquêtes, wordt er door Nederlandse fondsen bij het invullen van samenwerking niet of nauwelijks gebruik gemaakt van externe partijen – iets dat in de literatuur vanuit met name de Angelsaksische praktijk veelvuldig wordt beschreven als een succesvolle invulling.

Daarnaast valt op dat een gestructureerde opzet en implementatie van samenwerkingsverbanden niet vaak benoemd wordt. Vaker lijkt sprake van een organisch ontstaan en intuïtief ontwikkelen, waarbij soms ‘de energie eruit loopt’. Van de voordelen van samenwerken lijkt het beter meten en evalueren niet wijdverbreid gerealiseerd te worden. Hier liggen dus nog kansen om de effectiviteit van samenwerkingsverbanden te vergroten.

Ann Gummels is sinds 2000 in verschillende uitvoerende en bestuurlijke functies actief in de filantropische sector. Momenteel verzorgt zij het programmamanagement voor de Ineke Feitz Stichting en ondersteunt vermogensfondsen, vermogende particulieren, bedrijven en uitvoerende stichtingen bij strategische en organisatorische vraagstukken

https://www.philanthropy-advisory-research.org/filantropie-onderzoek/

Share

Gerelateerde artikelen