Eric Berseth
- Foto: Alliance Magazine

Van crisis naar actie

Hoe filantropie zich in 2025 moet aanpassen

Door: Eric Berseth
21-08-2025
  • Filantropie
  • Analyse

Bezuinigingen, verschuivende geopolitieke verhoudingen en een groeiend wantrouwen in internationale instellingen: de fundamenten van ontwikkelingsfinanciering wankelen. In dit uit Alliance magazine vertaalde artikel maakt Eric Berseth, CEO van Philanthropy Advisors, de balans op en pleit hij voor actie. Dit is wat de sector nú kan doen.

Ingrijpende gebeurtenissen hebben onze sector altijd gevormd, maar 2025 voelt wezenlijk anders. De onrust die we zien, de ontmanteling van USAID en de terugtrekking van de VS uit belangrijke instellingen, wijst op een diepere, meer fundamentele verschuiving. Deze ontwikkelingen staan niet op zichzelf, maar maken deel uit van een geleidelijke verandering in mondiale prioriteiten die al jaren gaande is.

Als strategisch adviseur gaat Philanthropy Advisors rechtstreeks in gesprek met de belangrijkste spelers in het ecosysteem. Door onze samenwerking met stichtingen, bedrijven, overheden, internationale organisaties, ngo's en uitvoerende partners krijgen we een goed beeld van de uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd. Toch zien we, te midden van deze crisis die miljoenen levens ontwricht, een kans om onze sector opnieuw uit te vinden en te versterken.

Laten we de huidige gebeurtenissen eens nader bekijken. Wereldwijde noden nemen toe, veroorzaakt door conflicten, klimaatverandering, fragiele gezondheidssystemen, massale ontheemding en natuurrampen. Tegelijkertijd blijft de financiering afnemen. Dat is een simpele rekensom: we moeten nu méér doen met minder.

De afgelopen jaren trekken hoge inkomenslanden zoals het VK, Frankrijk, Zwitserland, Zweden en Duitsland zich steeds verder terug uit de officiële ontwikkelingssamenwerking (ODA - Official Development Assistance). Zij verminderen hun toezeggingen voor humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking en hevelen geld over naar schuldbeheer of defensie. Deze bezuinigingen, in combinatie met de afnemende rol van hulp als geopolitiek instrument, hertekenen nu al het wereldwijde humanitaire- en ontwikkelingslandschap.

Hoewel de directe aandacht vooral uitgaat naar banenverlies en het stopzetten van programma's en organisaties, is het verlies van expertise op de lange termijn en de mogelijke afname van interesse in een carrière in de humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking nog zorgwekkender. Dat bedreigt ons toekomstige vermogen om in te spelen op toenemende mondiale noden.

Bovendien worden de structuren die de wereldwijde hulpverlening bepalen verzwakt door een groeiende vertrouwenscrisis in mondiale instellingen (bijvoorbeeld de VN), in verantwoordingssystemen en in de legitimiteit van de internationale ontwikkelingsorde zelf. Dit schept ruimte voor nieuwe machten om de sector te beïnvloeden, wat zowel risico's als kansen met zich meebrengt voor degenen die zich blijven inzetten voor impact, doelgerichtheid en sociale rechtvaardigheid.

De werkelijke kosten van bezuinigingen en ontmantelde of verzwakte instellingen worden echter gevoeld door de miljoenen mensen die afhankelijk zijn van essentiële diensten zoals voedselhulp, gezondheidszorg, onderwijs, fysieke en psychologische veiligheid of milieubescherming, en die het nu zonder moeten stellen. We mogen niet uit het oog verliezen dat zij het hoofddoel voor onze sector zijn.

Uit mijn ervaring met humanitaire noodsituaties begrijp ik hoe overweldigend deze situaties kunnen zijn. Maar juist in tijden van crisis moeten we onszelf eraan herinneren dat we er niet alleen voor staan - en dat iedereen nodig is.

Om deze crisis te doorstaan, moeten we verder gaan dan alleen het vervangen van financiering. Het is tijd om het hele model te herzien en opnieuw te definiëren wie we willen zijn als spelers binnen dit ecosysteem.

Persoon die een karton omhoog houdt met de tekst 'What now?'

Enkele benaderingen die we kunnen gebruiken:

Op ecosysteemniveau

De oplossing voor de uitdagingen van een stichting kan liggen bij een bedrijf of een ngo. Als sector werken we samen, maar we moeten co-creëren en dringend van ideeën overgaan op actie. Dit betekent minder praten en meer doen. We moeten bepalen hoe we het beste kunnen samenwerken en dit versnellen om de efficiëntie te verbeteren en flexibele, schaalbare financieringsmechanismen en een grotere impact voor het ecosysteem te creëren.

Het is cruciaal dat we het narratief terugwinnen, omdat we terrein hebben verloren aan sceptici die het publieke debat succesvoller hebben beïnvloed. Zonder overtuigend verhaal lopen we het risico meer te verliezen dan alleen financiering. Om wereldwijde donaties, betrokkenheid en verantwoordelijkheid te stimuleren, moeten we verhalen delen die - ondersteund door bewijs van impact en financiële duurzaamheid - denkwijzen veranderen, emoties aanwakkeren en aanzetten tot actie.

De private sector

We kunnen niet verwachten dat de private sector de miljardenkloof in ODA-financiering volledig overbrugt. Hun financiële bijdragen zijn weliswaar waardevol, maar vertegenwoordigen slechts een fractie van de benodigde financiering.

Bedrijfsstichtingen en ondernemingen hebben al lang bestaande financieringsstrategieën die aansluiten bij zowel hun bedrijfsdoelen als hun maatschappelijke impact. Omdat zij weten dat het doel (purpose) de duurzaamheid van hun bedrijf ten goede komt, zijn deze strategieën geïntegreerd in hun bedrijfsvoering. Dit vereist een zorgvuldige toewijzing van middelen en de steun van besturen en investeerders.

De tijd dat bedrijven filantropie en duurzaamheid als een feelgoodstrategie beschouwden, is definitief voorbij. Investeerders, werknemers en klanten verwachten dat ze zich bekommeren om de wereld waarin ze opereren. Nu de verwachtingen van aandeelhouders en de samenleving toenemen, hebben bedrijven de kans om hun filantropische modellen verder te ontwikkelen. Ze kunnen hun doelen en prestaties integreren en zowel financiële als niet-financiële middelen - technologie, logistiek, R&D en netwerken - inzetten voor strategische impact, waarbij ze voldoen aan de fiscale wetgeving rond hun filantropische activiteiten.

Fondsen en andere filantropische organisaties

Zij moeten, net als andere subsidieverstrekkers, overstappen van traditionele subsidievertrekking en financiering naar strategische partnerschappen. Anders dan andere spelers zijn zij nog niet direct intern geraakt door de aanhoudende crisis, en deze stabiliteit biedt hen de kans om de drijvende kracht achter het vernieuwde ecosysteem te worden. Ze kunnen indien nodig de rol van strategische bemiddelaar op zich nemen en, met hun expertise en vaak onderschatte verbindende kracht, co-creators en co-financiers worden van gezamenlijke, katalyserende initiatieven. Ook kunnen ze capaciteit versterken via flexibele financiering en op vertrouwen gebaseerde filantropie.

Aangezien veel ngo’s noodgedwongen sluiten, is het verlies van institutionele kennis onvermijdelijk. Fondsen en filantropische instellingen zijn bij uitstek geschikt om deze organisaties te ondersteunen en de overdracht van kennis en middelen naar andere entiteitenin het ecosysteem te waarborgen.

Begunstigden en uitvoerende organisaties

VN-agentschppen, ngo’s, gemeenschapsorganisaties en maatschappelijke groepen staan als gevolg van de bezuinigingen onder zware druk van zowel begunstigden als van donoren. Zij moeten kwetsbare mensen het verpletterende nieuws vertellen over de bezuinigingen op essentiële diensten, zoals voedselrantsoenen, kankerbehandelingen of onderwijs voor kinderen in conflictgebieden.

Naast de externe uitdagingen kampen deze organisaties ook met interne problemen. Door krimpende budgetten moeten zij ervaren en toegewijde medewerkers ontslaan, wat extra psychologische druk oplevert. Ze moeten snel de toewijzing van middelen heroverwegen, nieuwe financiering veiligstellen en de lang besproken verschuiving naar lokalisatie doorvoeren. Dat betekent: lokale veerkracht opbouwen, binnenlandse middelen benutten en inkomstenstromen diversifiëren, met een focus op innovatieve financiering. Mechanismen zoals blended finance of resultaatgerichte modellen bieden nieuwe kansen.

Programma’s voor kwetsbare mensen

In het verleden werden achtergestelde gemeenschappen behandeld als passieve ontvangers van hulp en, ondanks recentere inspanningen om hulp te lokaliseren en dekoloniseren, verloopt de vooruitgang traag. Zij moeten centraal staan in hun eigen oplossingen.

De huidige crisis vereist dat we ons richten op het opzetten van programma's die duurzame ecosystemen mogelijk maken en prioriteit geven aan de veerkracht van gemeenschappen tegen politieke, natuurlijke en economische schokken. Dit is essentieel voor het creëren van een veerkrachtiger systeem.

Tot slot

Als we kijken naar de huidige situatie en mogelijke oplossingen, is één ding duidelijk. Dit moment vraagt om snelle en strategische actie: meer bereiken met minder middelen.

Ook Philanthropy Advisors moet zich verder ontwikkelen, met focus op hoe wij de meeste waarde kunnen toevoegen aan het ecosysteem.

Onze sector moet kortetermijnmaatregelen koppelen aan een duurzame langetermijnvisie, zodat deze inspanningen strategisch en efficiënt zijn.

De Financing for Development (FfD4) Top dit jaar in Sevilla is een belangrijk moment om deze ideeën verder te brengen. Filantropie moet er niet alleen aanwezig zijn, maar actief de discussie vormgeven. Want als wij er niet in slagen onze toekomstige rol in de mondiale financieringsarchitectuur te definiëren, zullen anderen dat ongetwijfeld voor ons doen.

Eric Berseth is CEO van Philanthropy Advisors.

Het artikel From crisis to action: How philanthropy must adapt in 2025 verscheen op 24 april jl. in Alliance magazine en is vertaald door Suzette de Boer.

Share

Gerelateerde artikelen