Foto Abasse Amadou Tougiani

Hans Brinker, maar dan omgekeerd

De man die bomen beschermt in de Sahel

Door: Suzette de Boer
02-10-2025
  • Buitenland
  • Interview

Met een beetje fantasie kan Abasse Amadou Tougiani gezien worden als de Hans Brinker van de Sahel, maar dan precies omgekeerd. Hij vecht niet tegen het water, maar juist tegen de droogte en verwoestijning. Via een oude lokale methode om bomen te laten groeien in de Sahel is inmiddels een oppervlakte van 140.000 hectare vergroend.

Abasse Amadou Tougiani werkt als senior onderzoeker bij het Nationaal Instituut voor Landbouwkundig Onderzoek van Niger (INRAN) en is coördinator van het project Communities Regreen the Sahel in Niger. Op uitnodiging van Both ENDS is hij, samen met partnerorganisaties uit Senegal en Burkina Faso, in september in Nederland om aandacht te vragen voor de resultaten van deze methode.

De directe aanleiding voor Tougiani’s initiatief ligt in de midden jaren tachtig.In die tijd kampte de hele Sahel met zware droogte, landdegradatie en misoogsten. De grondwaterstand daalde. Er ontstond een exodus van het platteland.
‘Tachtig procent van de bevolking in Niger leeftvan de landbouw’, zegt Tougiani. ‘Dus begonnen mensen zich af te vragen wat de oplossing tegen verwoestijning is. De overheid startte een herbebossingsprogramma met exotische boomsoorten, gefinancierd door bilaterale donoren, maar helaas werkte dat niet. Zo mislukte bijvoorbeeld de geïmporteerde eucalyptus, die veel water verbruikt (meer dan 50 liter per boom per dag).

‘De inheemse bomen, die kunnen ontspruiten uit oude boomstronken, zaden en wortelstelsels in de bodem, bleken daarentegen opmerkelijk veerkrachtig tegen droogte en hoge temperaturen. Bovendien voegden de inheemse boomsoorten vruchtbaarheid toe aan de bodem en versterkten ze de landbouwgewassen.’

Wat motiveerde u om zich hiervoor in te zetten?

‘Mijn vader was een boer. Als kind ging ik met hem mee naar het veld en zag ik hoe hij inheemse bomen beschermde. Ik begreep aanvankelijk niet waarom, totdat ik besefte dat wij in de schaduw konden rusten en het fruit konden eten. Later, op school, leerden we dat inheemse soorten langzaam groeiden. Maar de boeren lieten mij zien dat dit niet klopt. Inheemse soorten, zoals Faidherbia albida en Vitex doniana, kunnen wel degelijk snel groeien. Bovendien bleken ze veerkrachtig tegen droogte, verbeterden de bodem, leverden hout, fruit, bladeren en geneeskrachtige bast, en versterkten de voedselzekerheid. Toen begreep ik dat wij juist onze inheemse soorten moesten beschermen en ontwikkelen.’

Inheemse boomsoort Faidherbia albida

Wat houdt Farmer Managed Natural Regeneration (FMNR) in?

‘Als je een ecosysteem wilt beschermen, is het belangrijk om de mensen die erin wonen te betrekken. Samen met de lokale gemeenschap richten we dorpscomités op om de bomen te beschermen, afspraken over landgebruik te maken en zo conflicten te verminderen. In deze comités zijn alle groepen vertegenwoordigd zoals boeren, herders, vrouwen en jongeren. Iedereen heeft daarbij een eigen rol. Boeren laten de stronken en wortelstelsels van inheemse bomen opnieuw uitlopen, selecteren en beschermen de sterkste scheuten. Speciale aandacht gaat uit naar de capaciteitsopbouw van vrouwengroepen; zij verwerken samen de vruchten en eetbare bladeren van bomen tot producten die ze kunnen eten of verkopen. Jongeren worden getraind als toekomstige generatie. Herders, die vroeger vaak bomen afhakten voor veevoer, leren ze nu hoe ze correct kunnen snoeien.'

‘De dorpscomités zorgen zo niet alleen voor de bomen, maar ook voor het oplossen van conflicten, bijvoorbeeld tussen boeren en herders. Beiden profiteren immers: de mest van het vee verrijkt de grond en de bladeren van de bomen voeden de dieren. Soms huren boeren zelfs herders in om hun vee te laten grazen op hun land, zodat mest wordt verspreid. FMNR bevordert op die manier ook sociale cohesie tussen etnische groepen.’

Hoe loopt de samenwerking met Both ENDS?

‘We werken als sinds 2010 samen met Both ENDS, aanvankelijk met steun van de Turing Foundation en later DOB Ecology. Daaruit is de beweging ‘'Gemeenschappen Vergroenen van de Sahel’' ontstaan. Deze samenwerking is belangrijk omdat wij bottom-up werken: samen leren met de lokale bevolking, vertrouwen opbouwen en capaciteit versterken. Het geheim van de aanpak met Both ENDS is dat we technische oplossingen combineren met sociale aspecten.'

‘Both ENDS zet zich daarnaast in op het gebied van internationale belangenbehartiging. Wij willen ook op internationaal niveau, bijvoorbeeld bij internationale conferenties, laten zien hoe effectief FMNR is. Deze methode om de Sahel te vergroenen en de opbrengsten van boeren te verhogen kost 28 euro per hectare in Niger. In slechts vijf jaar is al meer dan 140.000 hectare vergroend en zijn meer dan 90.000 boeren getraind.’

Jullie komen terug van een bezoek aan Buitenlandse Zaken. Dat ministerie bezuinigt fors op internationale samenwerking, iets dat ook Both ENDS raakt?

‘Ja, de overheid heeft haar prioriteiten verschoven en richt zich nu vooral op veiligheid, stabiliteit, handel en migratie. Maar zeker veiligheid en stabiliteit komen niet uit de lucht vallen. Zolang jongeren in de Sahel geen perspectief hebben, wordt overleven moeilijk. Wanneer zij werk hebben, is de kans kleiner dat ze vluchten of zich aangetrokken voelen tot extremistische groepen. Om instabiliteit tegen te gaan moeten programma’s op grassroot-niveau de oorzaken aanpakken, zoals droogte, landdegradatie, voedselonzekerheid. Anders is het verspild geld.’

Mede in het kader van de 'shift power beweging' willen overheid en fondsen liever direct organisaties in het Zuiden financieren

‘Een uitdaging is dat grote donoren vaak moeilijk toegankelijk zijn voor lokale organisaties. Dit komt onder meer door de strenge regels en voorwaarden, taalbarrières, het feit dat het beheer van grotere bedragen voor kleine organisaties soms lastig kan zijn en het ontbreken van aanwezigheid ter plaatse, aangezien ambassades meestal alleen in de hoofdstad gevestigd zijn.’

Hoe zien jullie de toekomst?

‘Ondanks de internationale bezuinigingen, blijven wij optimistisch. Wat ons betreft ligt de toekomst in uitbreiding naar andere landen zoals Mali en Tsjaad, regionale samenwerking en aandacht voor thema’s als landrechten voor vrouwen, voeding en gezondheid.’

Wat valt u op aan de Nederlandse omgang met natuur en milieu?

‘Toen ik door Nederland reisde, viel me op dat er bijna geen bomen op de akkers staan en veel pesticiden gebruikt worden. Er zijn bestemmingsplannen die boeren verbieden om bomen te planten. Dat is voor ons onbegrijpelijk. Bomen zijn essentieel om ecosystemen in balans te houden. Wij combineren graslanden altijd met bomen; dit zorgt ervoor dat de bodem vruchtbaarder wordt en verbetert de melk- en vleesproductie. Daar kunnen Nederlandse boeren denk ik van leren.’

Aanvulling van World Vision

De methode Farmer Managed Natural Regeneration (FMNR) is een endogene methode die haar oorsprong vindt in de Sahel. Tony Rinaudo heeft hier in de jaren tachtig nieuw leven ingeblazen en verspreidde de methode lokaal en (inter)nationaal, in samenwerking met World Vision. Abasse Amadou Tougiani werkt vanuit een gedeelde visie nauw samen met Rinaudo, partners uit het 'Communities Regreen the Sahel' project, en andere partnerorganisaties aan de vergroening van de Sahel. Rinaudo’s werk is internationaal erkend, onder meer via de documentaire The Forest Maker en de toekenning van de Luxembourg Peace Prize (2025) voor zijn baanbrekende bijdrage aan FMNR en milieuvrede.


Voor meer informatie: Annabelle Willeme, a.willeme@bothends.org

Share

Gerelateerde artikelen