Op reis door Noord-Holland
Boeksignalement: langs steden, dorpen, mensen en momenten
- Cultuur
- Bericht
Het mooiste uit negen eeuwen Noord-Holland Archief in woord en beeld. Of het nu gaat om een middeleeuwse oorkonde, een foto van de Zeesluis IJmuiden of een handgeschreven kaart. ‘Op reis door Noord-Holland’ – uitgegeven door WBooks, bekend van het Museum-tijdschrift – is een bijzonder boek om in te bladeren of cadeau te doen.
‘Een mozaïek van perspectieven’, schrijft Willeke de Groot, directeur van het Noord-Hollands Archief in Haarlem, in haar woord vooraf. Deze veelzijdige provincie kan worden onderverdeeld in een noordelijk deel – ‘Hollands Noorderkwartier’ – en een zuidelijk deel, waarbij het Noordzeekanaal (en vroeger het IJ, ooit een zeearm) als grens fungeert.
Cultuurhistoricus Johan Huizinga (1872 – 1945) schreef al over de ‘geheimen van Noord-Holland boven het IJ’. Als leraar geschiedenis in Haarlem en als privaatdocent aan de Universiteit van Amsterdam maakt hij er fietstochten. Brieven getuigen daarvan. Eind 1897 maakte hij ‘een groote fietstocht’ naar Hoorn: ‘Ik heb nooit zoo iets vreemds gezien als die Zaandorpen Assendelft en Krommenie, met al die grasgroene bruggen en huizen.’
Fietstochten
In 1899 schrijft hij over een andere fietstocht bij mooi weer via Wijk aan Zee naar de Hondsbossche Zeewering, een stuk boven Alkmaar gelegen: ‘Dat is heel eigenaardig: opeens houden de duinen op en begint de lange rechte dijk en daarachter ligt veilig en plat het echte Noordhollandsche landschap. Toen terug langs de duinrand, over Schoorl en Bergen; daar is het toch zoo bijzonder mooi.’
Huizinga hield van zulke inspiraties en beschreef ze wat plechtig. Bij de vormgeving aan het verleden hechtte hij aan de gewaarwording van authenticiteit: saillante details uit archiefstukken, brieven of prenten vormden het uitgangspunt voor onderzoek. Huizinga zag er een bewijs in voor de aanwezigheid van het verleden in en achter het heden. Deze ervaring van het wegvallen van de tijd noemde bij de ‘historische sensatie’: onmiddellijk contact met het verleden.
Geheugen
Het Noord-Hollands archief is niet alleen bewaarder van papier en digitale documenten, maar ook hoeder van het geheugen van deze provincie. Volgens directeur De Groot zit de waarde van het archief niet alleen in wat het bezit, maar vooral in wat het mogelijk maakt: ‘kennis, inzicht, reflectie, verantwoording, emotionele herkenning en maatschappelijke betrokkenheid’. En dat is mooi gezegd.
Fysiek bezoek is niet altijd meer nodig. Nieuwe technologieën zoals AI helpen bij het transcriberen van oude handschriften, het herkennen van beelden en het leggen van verbanden tussen personen, gebeurtenissen en plaatsen. Technologie als middel om nieuwe inzichten en verhalen mogelijk te maken. Maar, schrijft De Groot in haar woord vooraf: ‘Begeleiding door deskundige collectiespecialisten, die zorgen voor context en betrouwbaarheid, blijft onmisbaar.’
Egmond
Alles tonen is onmogelijk. In dit boek vertellen tien thematische hoofdstukken een verhaal uit de collecties. Na elk verhaal worden personen en beelden uit zo’n thema uitgelicht. Het oudste archiefstuk van het Noord-Hollands Archief dateert van 29 februari 1140. Het zit in het archief van de Abdij van Egmond en betreft een bul, een pauselijke akte, waarbij paus Innocentius II (onbekend – 1143) de abdijen van Egmond en Rijnsburg in bescherming neemt.
Bijzonder is de (Latijnse) boekencultuur van Egmond-Binnen. In 975 deed Graaf Dirk II en zijn gemalin Hildegard de abdij een kostbaar evangelie cadeau. De band ervan was bezet met goud en kostbare stenen. Bijna zes eeuwen lang is het Evangeliarium van Egmond daar in de sacristie opgeborgen gebleven. Alleen op hoogtij dagen werd het naar het altaar gebracht. In 1538 werd dit Boek der Boeken uit veiligheidsoverwegingen via Haarlem naar Keulen gebracht. Thans bevindt het zich in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Opmerkelijk is dat het alleroudste Nederlandstalige manuscript afkomstig is uit Egmond. Het werd omstreeks 1100 in het klooster geschreven. Volgens historisch letterkundige Frits van Oostrom geeft het de oudste vindplaats voor worden als de en een alsook de vroegste vermelding van het werkwoord schrijven. Het manuscript is sinds circa 1600 een van de kroonjuwelen van de Leidse universiteitsbibliotheek en is bekend als de Egmondse Williram.
Op reis door Noord-Holland biedt meer. De tien auteurs vertellen hun verhalen aan de hand van bijzondere archiefvondsten, historische gebeurtenissen, alledaagse en persoonlijke geschiedenissen. Over badplaatsen, bloemen- en bollenteelt, buitenplaatsen, kunstenaarsverenigingen, migratie en verstedelijking. Compleet met notenapparaat en beeldverantwoording. Een uitnodiging om in te bladeren, te ontdekken voor een breed publiek.
Tot slot
Het boek is tot gestand komen dankzij financiële steun van de vriendenstichting van het archief en enkele foundations en fondsen. Mogelijk is het lezen in en bladeren door dit boek aanleiding om een bezoek te brengen aan het Noord-Hollands Archief, gevestigd in de Janskerk, de oudste kerk van Haarlem. De historie van dit gebouw gaat terug tot 1310. Maar de website bezoeken kan natuurlijk ook.
https://noord-hollandsarchief.nl/
Zakelijke informatie:
Myrthe Krom, Patrick Vlegels (red.), Op reis door Noord-Holland, 256 pagina’s, 200 afbeeldingen, WBooks, € 29,95.
Gerelateerde artikelen
- Filantropie
- Bericht
Handboek ‘Filantropie terug naar de tekentafel’ in Chinees verkrijgbaar
- Redactie WvF
