
Civil Society onder druk, maar niet monddood
Congres oogst lof wegens verdieping en verbreding thematiek
- (Social) impact
- Verslag
Het is maandagmiddag 15 december als bij ING Cedar aan de Bijlmerdreef een bont gezelschap samenstroomt. Fondsenwervers naast toezichthouders, activisten naast bestuurders, wetenschappers naast filantropen. De sfeer is gemoedelijk, de ondertoon serieus. Boven de bijeenkomst hangt één vraag die even eenvoudig klinkt als zwaar weegt: hoe borgt de civil society haar speelruimte naast overheid en markt?
Over één ding is men het snel eens. Die speelruimte is geen vanzelfsprekendheid meer. Het maatschappelijk initiatief bloeit, maar de institutionele ruimte waarbinnen het opereert krimpt. Oorzaak: een optelsom van regels, framing en wantrouwen. ‘Het maatschappelijk middenveld wordt klemgezet,’ zegt een deelnemer tijdens de theepauze.
Sluipende inperking
Het jaarlijkse symposium Civil Power presenteert een keur aan sprekers met verrassende perspectieven. Maatschappelijke organisaties worden geroemd om hun betrokkenheid, maar gewantrouwd zodra ze politiek relevant worden. De voorgestelde Wet Transparantie en Tegengaan Ondermijning door Maatschappelijke Organisaties (WTMO) fungeert als symbool van dat spanningsveld. Transparantie is onomstreden, maar volgens velen dreigt de wet vooral maatschappelijke tegenspraak te ontmoedigen. Het probleem is niet toezicht op zich, zo klinkt het, maar de verschuiving van vertrouwen versterken naar risico’s beheersen. Waar toezicht disciplinering wordt, komt democratische ruimte onder druk te staan.
Poreuze pijler
In de wandelgangen ontvouwt zich een breder perspectief op de civil society als zelforganisatie van de samenleving: geen lobbyclub, maar democratische infrastructuur. Alom klinkt de oproep om het maatschappelijk middenveld serieuzer te positioneren als constitutionele actor. Dat vraagt om meer onderlinge solidariteit en een helderder verhaal naar buiten. Ja, de sector is versnipperd, maar wordt als één geheel aangesproken. Is dat een strategische zwakte, of juist een onbenut potentieel? Wij vroegen vier kopstukken om opheldering.
Incident-gedreven politiek
Volgens Margreet Plug, directeur van Goede Doelen Nederland, staat de ruimte voor maatschappelijke organisaties onder druk door een sluipende dynamiek. ‘Na elk voorval volgt de roep om strengere regels. Dat is incident-gedreven politiek. En die gaat vrijwel altijd ten koste van maatschappelijke organisaties.’
Die reflex raakt volgens Plug aan iets fundamentelers dan compliance. Het gaat om legitimiteit. ‘Goede doelen moeten voortdurend laten zien wat hun waarde is voor de samenleving.’ Die waarde zit niet alleen in dienstverlening, benadrukt ze, maar juist in agendering en tegenspraak. ‘Ze signaleren wat misgaat en zetten thema’s op de agenda. Dat is geen bijzaak, dat is een kernfunctie van een gezonde democratie.’
Tegen die achtergrond uit Plug stevige kritiek op de WTMO. ‘Burgemeesters krijgen vergaande bevoegdheden om donatiestromen te onderzoeken, zogenaamd voor de openbare orde. Dat is niet hun rol.’ Het risico: politisering van het ambt en verdere inperking van de speelruimte. Het maatschappelijk middenveld is volgens Plug als derde pijler naast overheid en markt het particuliere initiatief waar de overheid niet komt. ‘Juist daarom is die ruimte zo belangrijk, en ook zo kwetsbaar.’
Weerbare democratie
Jelle Klaas, algemeen directeur en mensenrechtenadvocaat bij PILP, ziet in zijn dagelijkse praktijk hoe dat speelveld krimpt. ‘Er is veel werk aan de winkel,’ zegt hij, ‘voor NGO’s, activisten, journalisten, vakbonden en iedereen die opkomt voor mensenrechten.’
De frictie tussen civil society, overheid en bedrijfsleven noemt hij onvermijdelijk. ‘Dat schuurt, en dat is gezond. Zo werkt een weerbare democratie.’ Maar die weerbaarheid staat onder druk, waarschuwt hij. Hij noemt de inperking van het demonstratierecht, barrières in de toegang tot de rechter en gebrekkige bescherming tegen discriminatie. ‘We zien een stapeling van kleine maatregelen die samen grote impact hebben.’
Volgens Klaas ontbreekt het vaak aan een helder verhaal richting samenleving en financiers. ‘We moeten veel beter uitleggen waarom dit iedereen aangaat. Vandaag zijn het klimaatactivisten, morgen wil een bedrijf in jouw achtertuin naar olie boren. Dan wil je dat de rechtsstaat er voor je is.’
Klaas roept op tot strategisch samenwerken. ‘Breng financiering, campagnes, lobby en procedures bij elkaar. En investeer structureel in bewezen organisaties. Daar ligt rendement voor de democratie en de rechtsstaat.’
Glijdende schaal
Ook Idriss Nor, directeur Impact Investeringen bij Stichting DOEN, spreekt van een glijdende schaal. ‘De speelruimte van de civil society wordt kleiner, ook in Nederland.’ Via buurtfondsen en impactinvesteringen ziet hij hoe partners druk ervaren. ‘Wetgeving die bedoeld is om te ordenen kan averechts uitpakken. De WTMO is daar een voorbeeld van.’
‘Wie is er tegen transparantie?’ vraagt Nor retorisch. ‘Het risico is dat organisaties worden belemmerd in hun fundamentele rechten.’ Zijn pleidooi: verbind op een hoger niveau, voorbij de eigen missie. ‘Voor het algemeen belang.’
Waakzaamheid is geboden. ‘Je wilt niet slaapwandelend in een autoritair regime belanden. Tegelijkertijd ziet Nor kansen.’ We hebben sterke instituties en een lange traditie van maatschappelijke betrokkenheid. Maar dat is niet vanzelfsprekend.’ Zijn boodschap is optimistisch en strategisch: ‘Onze manier van leven is niet alleen kwetsbaar, maar ook aantoonbaar aantrekkelijker dan de autoritaire.’
Plaats aan tafel
Menno Tummers, sinds kort directeur van FIN, vat de middag samen in drie termen: ‘Meer strategie, meer samenwerking, meer samenhang.’ Volgens hem wordt de kracht van de civil society structureel onderschat. ‘Er is te weinig kennis over hoe dit ecosysteem werkt, terwijl filantropie al eeuwen bijdraagt aan de opbouw van Nederland.’
Hij pleit voor investeren in kennis, wetenschap en de zichtbaarheid van maatschappelijke waarden. Tegelijk waarschuwt hij voor een angstcultuur. ‘Er hangt een collectieve angst die bijna onder de deur door spoelt.’ Die angst kan leiden tot oppervlakkige beeldvorming. ‘We moeten voorkomen dat dit ontaardt in een journalistieke watersnoodramp.’ Zijn antwoord: educatie, mediawijsheid en optimisme. ‘Er gebeurt al veel goeds, dat verdient versterking.’ Cruciaal is volgens Tummers een structurele plek aan tafel voor de sector. ‘De vraag blijft: wie neemt die rol namens de filantropie?’
Civil power in de praktijk
Tijdens de borrel na afloop krijgt het symposium een welhaast strategisch vervolg. Tussen wijn en water worden allianties verkend en afspraken gemaakt. ‘We moeten dit samen doen’, klinkt het, niet als slogan maar als constatering. Juist daar, buiten microfoon en podium, wordt civil power goed zichtbaar: als netwerk, als gedeelde verantwoordelijkheid. Niet luidruchtig. Maar beslist niet monddood. Allen die wij spraken waren vol lof over het programma van Civil Power. Alom bespeurden wij enthousiasme over dit congres met sterke sprekers, de urgentie van de thematiek en de kansen die gegrepen gaan worden.
Lees ook de gerelateerde artikelen hieronder:
Gerelateerde artikelen
- Filantropie
- Interview
Toegenomen druk op maatschappelijke organisaties baart aanzienlijke zorgen
- Bert Koopman
